maandag 29 januari 2018

Matinée

Morgen is de dag dat alles verandert. Niet vandaag. Vandaag regeert het oude. Morgen, morgen opent Schrödinger een doos, maar vandaag blijft hij thuis en drinkt nog een glas wijn. Hij blijft thuis, drinkt een glas wijn en ik blijf thuis, drink een glas wijn en schrijf dat morgen Pandora een doos opent. Ik drink een glas wijn en schrijf morgen, zo zit morgen in mijn pen, morgen dat alles verandert. Morgen zit in mijn pen, ik drink een glas wijn en blijf op, op als mijn wijn. Ik waak, ik blijf op zodat morgen niet komt. Zoals sinterklaas - niet sinterklaas, de lego en de chocola - sneller daar is als je zoet vroeg slapen gaat, zo komt morgen niet als ik wakker blijf en morgen mijn pen in schrijf.
Ik schrijf morgen mijn pen in, omdat ik niet bang mag zijn. Ik mag niet angstig, ik moet zorgen, geen zorgen maken, gewoon zorgen, steunen, ik moet sterk. Ik schrijf morgen mijn pen in, want ik mag niet wenen. Droef staat me niet, hoe waag ik? Hoe waag ik wangen waterig anders dan eindeloos gelukkig?
Ik mist, ik prikkel, de woorden uit mijn pen verschuilen zich en morgen steekt een treiterende tong uit. Morgen dartelt weg van mijn schrift, keer weer morgen, ik schrijf je in mijn inkt, ik schrijf je in mijn pen. Mijn pen waait en wobbelt, morgen ontspringt, dans niet pen, morgen ontspringt.
Wacht maar, morgen, ik ben een wachter. Ik waak, waak geduldig tot je niet komt en ik je in mijn pen schrijf en niets veranderen hoeft. Ik kan waken, morgen, ik waak tot overmorgen, ik waak over morgen en morgen blijft in mijn pen. Overmorgen komt en Pandora en Schrödinger matchen op tinder en openen een doos voor elkaar en ze drinken een fles wijn. Ik drink een fles wijn en schrijf over morgen en dra is overmorgen daar, ik waak nog even. Wijn, waak met me. Wijn, water mijn wangen, want wijn mag wat ik niet mag. Ween, wijn, en waak. Ik drink een fles wijn, maar wijn laat me in de steek, wijn is niet oneindig, ik ben onwijndig. Ik ben onwijndig, geen nood, geen zorgen, ook zonder wijn moet ik zorgeloos, geen nood, ik heb het laatste voor het best bewaard. Waak met me, Finnegan, waak, whisky. Ik ben morgenloos. Geen zorgen, Finnegan, morgen ligt onbekommerd in een kist. Morgenlicht in een kist, waak over de kom, geen kom, onbekommerd, onbezorgd, we brengen de doos niet en we hacken tinder en dan matcht er niemand en gaan er geen dozen open, geen morgenlicht. Whisky, Finnegan, whisky met ne whiskymisker. Whisky wijkt en waakt en wobbelt mijn pen. Ik pen helder, ik pen nog scherp en scheef, geen nood, geen morgen. Overmorgen heb ik een kater, weet niet of die leeft of sterft. Overmorgen verandert nisk, nisky.
Tollend word ik door mijn eigen leden bedrogen, bedrogen ogen, bedogen, de leden vallen zwaar. Nee! Waak, wijk niet, oogleden, droogleden, onbewaterde leden, tandengeknars noch geween hier. Waak over morgen in de pen, morgenlicht in de kits, kots, kist.
Trakteer me nog een keer, want morgen is de dag die alles verandert. Laaf me laveloos, zorg me zorgeloos. Fiks me nog een whiksy, Whinnegan, fisky, Finnetou, toe, nog eentje, is geentje.
Vandaag regeert het oude. Laten we vandaag behouden. Morgen is in mijn pen geschreven, dra gloort overmorgen, glorie over morgen, overwonnen morgen. Vandaag blijft morgenloos, ik ben van daag. Heden: ancien regime. Morgen: loos.

Geen opmerkingen: