vrijdag 7 oktober 2011

Nochtans

Nog steeds vreet dagelijks aan me, je aan- je afwezigheid en elke glinsterende glimlach. Van witte flarden fladderende stof en zenuwachtig overslaande stem, van peilloze diepten glimlachend reeƫnverdriet en zachtmoedig uitdraaiende handen kan mijn immer inquisitieve introspectie zich niet ontdoen. Nog steeds raak ik onder de indruk van je eenvoudige erkenning van mijn bestaan. Nog steeds ben ik er niet van doordrongen dat dit niet de tijd is om aan je te denken, ongeacht hoe klein de misdaad is. Wijzende vingers, glurende blikken en andere spitsroeden schijnen immer nog redelijke prijzen, vooral nu hun betaling nog niet geheven wordt.

Net wanneer je ertoe komt haar te vertellen dat je haar geen liefde te geven hebt, laat ze de rivier antwoorden dat je altijd haar geliefde bent geweest. Dan is de tijd gekomen om te verdrinken. Het zal de laatste keer niet zijn dat je zelfmoord pleegt.

Op vijfentwintig ben je nauwelijks serieuzer dan op zestien. Het ligt vast aan die kwadraten.

Geen opmerkingen: