maandag 4 oktober 2010

Brief aan het verslinden

Wat ben je al over me te weten gekomen? Heb je de stoffige zolders, waar ik mijn demonen onhandig heb vastgebonden, reeds weten te doorwoelen? Ik hoop van niet, van harte hoop ik van niet. Je hebt al zo gewroet in de kelder, je spade en je pikhouweel hebben littekens in mijn aarde geslagen. Kwam het als een schok om jezelf begraven te vinden in mijn beverige fundamenten? Jericho laat zich niet ongestraft een tweede maal bouwen.

Open zachtjes de deur naar mijn slaapkamer. Ontdek daar het zeldzaamst alomtegenwoordige schouwspel: angst en verlangen in de intiemste streling elkander tot bedpartner.

Iets overkwam me, toen ik naar huis reed; ik ben dezelfde niet meer. Jou mag het misschien slechts een accident de parcours betreffen, maar ik ben zwierig van mijn voeten geveegd. Ik heb mezelf na je doorkomst van de straatstenen mogen schrapen. Het grind knarst me nog bij elke hap de tanden.

Ik nader tot je. Het ware beter als ik de jaren van verstand zou inluiden.

Geen opmerkingen: