maandag 24 augustus 2009

Je zit daar in je hartenpijn

We waren pivotaal, kon je wel zeggen. Twee zelfgenoegzame pubers, met elk een paar jongere broers en rond dat familiale kliekje - we waren neven - de andere kinderen uit de straat. We waren een soort van hangjongeren light: we zaten naar muziek te luisteren of mee te zingen, soms voetbalden we wat en soms verzonnen we nog andere gekke spelletjes. Maar gewoonlijk lieten we de spelletjes aan de echte kinderen over. Muziek ging ver voor op spelletjes.
We waren vervuld met een grote zekerheid dat het universum om ons draaide. Die ene straat was van belang. De rest van de wijk flapperde er maar wat aan. De wereld begon hier, aan onze voeten.
Nieuwelingen werden steeds zorgvuldig door ons getaxeerd. Vooral degenen die na het avondeten pas kwamen aanwaaien, want dat waren gewoonlijk types waar we niet op zaten te wachten.
Zesentwintig. Dat was een fantastisch huisnummer. Daar woonden de enige mensen die rabiaat tegen onze aanwezigheid in de straat waren. Daar trokken wij ons weinig van aan, tenzij weinig subtiele pesterijtjes op zijn tijd tellen als je ergens iets van aantrekken.

Ik herinner me die avond nog goed. We waren er allemaal, behalve mijn jongste broer. Die was thuis verleid door de computer. We speelden afvallerke, met een mouchen bal. Zelfs van die lichte plastieken ballen waren sinds kort geband. Ik stond in de goal en ze kwamen eerst mijn blikveld binnen. Doordat ik afgeleid was slaagde iemand erin te scoren, maar ik strekte mijn vinger uit naar belangrijker zaken dan een verloren punt. Drie straaljagers kwamen over geraasd. Zo dadelijk zouden er meer volgen. Wij waren de eersten die het merkten, dat wisten we zeker. Niets zou nog hetzelfde zijn na die dag. De Derde Wereldoorlog was begonnen en wij hadden het gezien.

Geen opmerkingen: