maandag 7 januari 2008

Een Rebels Rabauwenepos

Dit is een universiteitsopdracht eigenlijk. Ik ging het eerst proberen helemaal in dactylische verzen te schrijven, overgoten met een sausje van massaal aanwezige acrostichons, maar dat lukte niet zo goed, zoals blijkt uit de eerste zes erg gewrongen regels. Ik ben niet zo goed met het metrum, zo blijkt alweer.

EDIT: Auw, afgegeven met drie typfouten (minstens) waaronder Bellophoron in plaats van Bellerophon.

Een Rebels Rabauwenepos

Eerste Zang
Werkt Muze, zingt mij van regen en zonde en toorn van een vader
Offert mij enige kennis van dansen van architektuur, neen
Usurpeert vrij mijn geschrijf dat ik beter de waarheid benader
Toont mij een wereld van woede die woekert om ’s zoons vroege vlucht heen
Erbarmt u over mijn onkunde, Muze, en schept mijn episch kader
Resoneert vrijelijk doorheen de oren en raakt allen alleen

Gij, postmoderne lezer, zult het vast niet zwaar vinden
Een verandering van stijl en metrum aan te binden
Niet dat het tot hiertoe niet mooi en stijlvol was
Enkele aanpassingen komen mij zeer goed van pas
Stijl blazend als Homerus, met veel pathetiek
Is goed voor de Romeinen, voor mij is het paniek
Stilistivoren torens bouwen, vliedt gauw van mij heen

Reeds voor mij in ’t theater braken anderen hun verhaal
Om dansjes te plegen
Onder gietende regen
Vergezelligd van muzikabaal
(Evenwel, kabbalistisch waren ze niet)
Rechtens de macht die mij schenkt het klavier
Schrijf ik een brief hen verwerkend alhier


Schrijver – Lezers – Groet
Neofiet Wouter, onderworpen aan universitaire dienst te Antwerpen, aan al de Rabauwen in dienst van de negen kinderen van de hoefslag van Bellerophons nobele Pegasus, genadige recensenten en vredige regisseurs gewenst.

Smarten, lappen en universitijd
Omstreeks het avonduur, broeders, zat te zuchten een vader vervuld van smarten. Dochterlief kwijnde boven hem weg aan een onnoemelijke ziekte,
(TABOE, TABOEOEOEOEOEOE)
zoon, niet zo lief, had reeds enige tijd het hazenpad gekozen, met of zonder erfenis is niet geheel duidelijk, en hij was dan al geen varkenshoeder, veel beter was het niet. Variétépubliek schijnt alleen niet zo happig te zijn op aardappelschillen.
Anders was het gesteld met de schreeuwlelijk. Gij kent deze vijand onder vele namen, broeders; papegaai, ara, kaketoe, bakkestoe, Sergio,…, maar deze tergde de arme vader zodanig dat hij welhaast het zevende gebod overtrad.
Cambridge greep echter in, door niets met het stuk te maken te hebben.
Hij, de chirurg die de ingreep deed, kwam namelijk van Oxford. Hij was nat, dat zou u ook zijn moest u het Kanaal zijn overgestoken als student en dus platzak.

Predikambetant
Aangeworven uit de charismatici
Recht voor zijn raap
Kinderverstand



Dat, broeders, is wat ik tegen die prediker van u heb
Al was er geen Bathseba te bekennen
Veel leerzaams was er ook niet
In het ongebreidelde enthousiasme van deze
Debiele dominee

Als je een storm stuurt zinkt hij
Recht naar de bodem, als een baksteen
Kon hij een zinnig weerwoord bedenken?

Geluk
Arme Joe. Studenten boven, predikant buiten, kaketoe binnen. Daar zal geween zijn en tandengeknars, moest zo’n rotbeest überhaupt tanden hebben gehad.
Plaatsen we ons even in het hoofd van dat dier. Zou u het leuk vinden om de hele dag te worden beschimpt door een depressieve zak die, volgens Jimi dan toch, elk moment kan gaan rondlopen met een geweer in zijn hand?
Of ziet u wel baat in zulk een kering van het lot? Een moord op de bühne, is dat uw ding? De redding van een diersoort niet alleen in gevaar te brengen, maar gewoon onmogelijk te maken, lijkt u dat wat? Knalt u alles neer waar u de pest aan hebt? Dat is dan pech, want dan moet u een ander verhaal gaan zoeken. U vergist zich van ziekte.
Chaos. Het hoofd zo vol dat hij zich ermee vereenzelvigde: “Tering, boven zit er een rotstudentje mijn dochter die morgen dood gaat op te vrijen. (Ik ben er zeker van, het staat in het script.) Wat kan ik doen om mij uit deze fatalistische wereld te bevrijden? Het regent sneller en sneller, maar als de dame glimlacht dan moet ik dansen. Mijn gouden oorbel in doen en schaduwdansen. Al zaten vijf studenten haar op te vrijen.”
Als het verdriet is in de man, dan weet geen kat waar de muizen dansen met de wijsheid uit de kan. Bovendien heeft een vrij gezellige structuur zich meester gemaakt van de universiteiten en is de kan dus afgevoerd. De man wordt er zo niet wijzer op. Geen van de mannen: de eerste zit op een stoel en staart naar niets, de tweede zit op zijn knieën en staart naar een meisje dat niets voor hem voelt, de derde zit midden in een show en staart niets ziend naar borsten, omdat hij ze al zo vaak zag.
Lallen, dat is wat mannen bindt. Vrouwen die ver dronken zijn zakken gewoon in elkaar en zwijgen. Mannen lallen, lullen en delen af en toe lellen uit. Wat hebben ze toch een lol. Tot overmaat van ramp krijgen ze daarna medelijden. Met zichzelf. Geen man geeft om een ander: de eerste grijpt naar borsten en stuit op kou, de tweede grijpt naar donker en stuit op zichzelf, de derde grijpt naar geweld en is niet te stuiten.
Y-chromosomen lijken wel eens een soort geluksafstotende factor: hoezeer je ook om je heen tast, staart, grijpt of slaat, het geluk loopt altijd voor je uit. Zelfs al spuit je jezelf vol testosteron, toch is het steevast sneller. Je lijkt wel gewoon te min. Waar haal je diegene die altijd voor je loopt in?
Pauzeren is er niet bij, geluk dient eeuwig nagejaagd: de laatste mooie momenten met de stervende worden met welhaast chirurgische precisie ingeplant. Door onverstandig ingrijpen van de belanghebbende worden er echter medische fouten gemaakt.
Sterven had ze al langer geleden gedaan. Blijven en gehoorzamen zijn geen kinderen van dezelfde ouders.

Het lot
Broeders, de theaterfiguur is geen gelukkig mens. Avond na avond wordt hij door verschrikkingen gesleept die elk mens zijn geestelijke gezondheid zouden kosten. Geen wonder dat de man in de straat denkt dat kunstenaars allemaal totaal getikt zijn; ze zijn het.
Wat, broeders, doet een theaterfiguur die aan de sleur wil ontsnappen? Die het gebeurlijke stuk wil doorbreken? Wat doet de dochter die wil overleven? Die “kloten” echt geen net taalgebruik vindt? Sta daar maar eens te roepen alsof je Olivia Newton-John bent die wordt ondersteund door AC/DC. En natuurlijk geen John Travolta te bekennen. Gelukkig maar, misschien.
Ontsnappen. Broeders, het lot van het theaterpersonage is wreed en onafwendbaar. Hoewel de voorstelling niet te vangen is als vast liggend geheel, toch eist de toeschouwer dat hij hetzelfde ziet als dat wat het stuk drieëneenhalve ster opleverde in de cultuurbijlage van de Gazet van Antwerpen. De toeschouwer gelooft in onveranderlijkheid. Dit, broeders, hoort niet zo te zijn. Het personage is een mens en de mens heeft recht op keuzes. De mens heeft het voorrecht dat hij zijn lot in eigen handen kan nemen. Waarom zou het personage dat recht moeten afgeven en volledige trouw zweren aan de afgod Script? Broeders, dit is je reinste onzin, een dwaalleer, een valse profetie.

Geen wreedheid, maar verandering
Wat wij van node hebben en waar het theater recht op heeft, is een theater van verandering. Gij zegt dat de voorstelling reeds elke avond verandert, doordat er zich een nieuw publiek in de zaal bevindt, doordat de acteur vandaag wat vermoeid is, doordat de apparatuur vandaag faalde,… Daar gaat het niet om, broeders. Dat is alles slechts schijn van verschil. Het is als een man die in de auto zit en voor het stoplicht staat. Achter hem staat een Fiat Punto met nummerplaat NOE – 600. Op het kruispunt is op de hoek links tegenover hem een pizzeria. Een jong koppel heeft net de straat overgestoken en het licht springt op groen. De man rijdt het kruispunt op, maar wordt dan geschept door een vrachtwagen die aardappelen vervoert naar Izegem. Hij draait drie keer om zijn as en komt tot stilstand tegen een lantaarnpaal. De man komt voor God en zegt: “Ach, Here HERE, ik heb nog zo veel te doen daar waar ik vandaan kom, mijn vrouw verwacht onze eerste dochter en ik moet haar steunen. De Almachtige krijgt medelijden met de man en stuurt hem terug naar het moment dat hij voor het licht staat. Achter hem staat een Volkswagen Golf met nummerplaat ZOE – 143. Op het kruispunt is op de hoek links tegenover hem een pizzeria. De man verwondert zich hierover, want hij was ervan overtuigd dat de pizzeria zich rechts bevond. Een bejaard koppel is net klaar met oversteken als het licht op groen springt. De man trekt zeer langzaam op, ziet geen vrachtwagen passeren, rijdt het kruispunt op en wordt vol in de zijkant gepakt door een vervoer van varkens naar Londerzeel. Hij draait drie keer om zijn as en raakt de borduur van het trottoir waardoor hij over kop slaat. De man komt opnieuw voor God en zegt: “Ach, Here HERE, wat wreed om op zulk een manier met mij te spelen.” En de Here antwoordt hem en zegt: “Maar beste rabauw, er was een ander publiek, dus was het een andere voorstelling, dat had je moeten weten. Je koos ervoor om te handelen zoals je Joe avond na avond behandelt hebt, door hem telkens weer in het zelfde ongeluk te storten.” De man begrijpt dat zijn theater voor zijn personage als dat van Sint Antonius Artadius was geweest, door en door wreed. En opnieuw sprak hij en zegt tot de Almachtige: “Ach Here HERE, laat mij wederkeren en het script aanpassen.” Doch de Here spreekt en zegt: “Voorzeker zult gij niet ten derden male voor het stoplicht uwer keuze gebracht worden, want gij zult sterven, en er zal gegil zijn en bandengeknars.” En de man verstaat en zegt: “Ach, Here, zendt gij dan Joe terug zijn dochter, dat zij zijn geluk mag mede beleven.” En de Here neemt het woord opnieuw en zegt: “Gij die Joe’s geluk in het script hebt gezet, gelooft gij dat de wederkeer van zijn dochter hem blijer zal maken? Aanvankelijk wel, maar de gang van de dagen zal hem grijpen en hem verteren als een vijandig vuur en hij zal niet de kaketoe, maar zijn dochter de nek omwringen, want gij hebt vastgelegd dat zij sterven moet. En niet de terugkeer van een zoon is het die Joe’s geluk uiteindelijk doet wederkeren, maar het heengaan van zijn dochter, want zij had reeds te lang bij hem verwijld.” Hierop wordt het hart van de man bedroefd en hij weent bittere tranen om het onheil dat hij vele avonden gesticht heeft. “Ach, Here HERE, laat mij dan heengaan en sterven want mijn schuld bij u is groot.” En de Here spreekt en zegt: “Gij zegt een waar woord wanneer gij spreekt van uw grote schuld bij mij. Daarom zend ik u vrouw en gij zult haar doden opdat het krijgen van een dochter niet uw smart hier in de dood vermeerdere.” En de man gaat heen en doodt zijn vrouw en ongeboren kind en gedrieën gaan zij naar de tonhemel en spelen hun rol met verve.
Gij ziet, broeders, hoe wreed het lot van het personage is en hoe zeer hij door de afgod Script in bedwang wordt gehouden opdat hij niet zijn eigen weg kiest. Broeders, laten wij niet het Script Here noemen, maar laten wij heren voor het script zijn. Werpt af de ketenen uwer slavernij, want zij heeft reeds te lang aangesleept.

Verlossing
Hoe zullen wij nu dan Joe verlossen, want zijn smart is diep en zijn lot is onafwendbaar want hij is van zijn keuzes beroofd. Broeders, de verlossing van Joe is nader bij dan hij mogelijk kon verhopen, want het heeft reeds veertig dagen geregend en op de aarde is geen plek meer te bekennen waar een mens nog een voet kan zetten. Joe zwalpt stuurloos rond op zijn stuk wrakhout, vergezeld van vele koppels dieren. Laat ik dan op zijn trieste avond zijn winkel betreden, opdat het hem anders verga.

Derde Zang
JOE: We zijn dicht, dicht!
- Je bent absurd. Er is niet eens een deur.
JOE: Wat voor nonsens spreek je? Zeker is er een deur en hij zit potdicht en dat zal hij blijven, ook al was je het schattigste halfverzopen jonge katje dat ik ooit heb gezien.
- Ik sta niet voor je deur Joe. Ik zit hier zo.
JOE: Waar? Ik hoor een stem op de kamer van mijn dochter, maar ik ken hem niet. Verraadt ook zij mij nu dat zij vreemde mannen binnenhaalt op haar kamer?
ALLEN: Kraaaaaa
JOE: Rotbeest! Ik heb het je gezegd, ik wring je de nek om.
- Joe, je deed zelf mee aan die kreet.
JOE: Ik? Nee, dat deed ik niet. Wat zou ik meebrullen met een kreet die ik verafschuw en waarvoor ik een dure moord zou begaan om ervan af te zijn?
- Dat doe jij niet, Joe, dat doet God.
JOE: Ha, kom jij misschien eindelijk God en zijn daden rechtvaardigen? David kon het niet, want hij was te druk bezig zijn beste commandant in stukjes aan de vijand op te dienen.
- David kon het niet, want God weigert om David het te laten kunnen, omdat hij jou het geluk weigert voordat het einde komt.
JOE: Wel, dat het einde snel komt dan. Sterf ik weldra? Sla ik de hand aan mijzelf als Socrates?
- Nee, Joe, hoogstens benevel je je verstand als Noach. Maar je zoon zal je naaktheid niet zien, want hij ziet niet meer.
JOE: Wat is deze onzin? Ik moet verder, ik ben reeds lang geweken van mijn woorden.
- Vrees je het publiek, Joe?
JOE: Het publiek? Bedoel je die paar honderd beesten die zitten te stinken in mijn winkel…
ALLEN: Kraaaaaaaa
- Ach, nee, theaterpubliek kan wat vervelend en snobistisch doen, maar zitten stinken als beesten is er toch een beetje over.
JOE: (verward) Theater? Wat is dit? Wie spreekt er tot mij?
- Joe, ik sta vlak voor je neus. Zie mij.
JOE: Ik heb geen geloof.
- Verdraaid, Thomas, dat heb je nu niet nodig, voel de gaten in mijn handen. Ik heb gisteren weer teveel geld uitgegeven in de Mediamarkt.
JOE: Wie bent u? Mijn ogen geloven en ik zie u, maar mijn gedachten geloven u niet.
- Ik ben hier om de zieken te genezen, Joe.
JOE: Ik ben geen schriftgeleerde.
- Je hebt nochtans het script zeer goed geleerd. Feilloos.
JOE: (peinzend) Het script?
- Ja, Joe, het script dat je verteld wanneer je jezelf niet meer hoeft te zijn.
ALLEN: Kraaaaaaaaaaa
JOE: Ik zie de vogel niet meer. Wat heb je met hem gedaan? Heb je er ook maar enig idee van wat de waarde van dat dier is? Zijn waarde is het enige dat me ervan weerhouden heeft zijn nek te kraken als een stuk droog hout.
- Ik heb de vogel niets gedaan, Joe, net zomin als ik op de kamer van je dochter zit. Zie je de vier muren?
JOE: Ik zie vissen. Dure vissen. Ze zijn enorm.
- Zie je de ogen vol verwachting, nu omslaand in verwarring, Joe?
JOE: Ik ben geheel ogen.
- Nee, Joe, nu geen muzikale citaten. Luister naar mij. Zie je het publiek?
JOE: Bedoel je de vissen? Ik heb nog niet vaak vissen gezien die zich als snobs gedroegen.
- Nee, Joe, keer de vissen je rug toe, je bent zelf deel van het publiek aan het worden. Dat zal je taak slechts bemoeilijken en je zelfmedelijden exponentieel verhogen.
JOE: Schenkt het publiek mij medelijden.
- Als niet allen dat doen, dan toch enkelen, ja.
JOE: Wat moet ik doen? De dokter komt weldra.
- Neem je dochter bij de hand en stap van het toneel af. Je hebt deze middag met je zoon nog een trappist Westmalle gedronken in ’t Patersvaatje.
JOE: Uitgesloten. Ik heb geen zoon en ik heb hem in geen twee jaar meer gezien.
(Er wordt gebeld)
JOE: De dokter is daar. Dit kan niet, dit gaat mis.
- Joe, jij bent de dokter, maar dat ben jij niet.
DOKTER: Ik hoor hier een psychiatrisch geval aan het woord.
- Kust mijn kloten.
DOKTER: …
- Zal ik het zingen?
DOKTER: Joe, wie is dat? Joe?
JOE: Ja, dokter?
- Joe, stop daarmee. Het doet jezelf geen goed. Neem je dochter en ga een trappist Chimay drinken met je zoon.
DAVID: Ja hoor, ik wordt weer uitgesloten.
- Nee, ik zal wel met jou gaan drinken.
SALLY: Dat zie je van hier.
- En als jullie het nu even allemaal willen aftrappen dan probeer ik hier wat brokken te lijmen.
DOKTER: Rustig maar, rustig maar. Ik heb een ambulance gebeld.
- Dat heb je niet. Waarom ben je droog, Joe?
JOE: Ik heb heel de tijd binnen…
DOKTER: …gezeten, natuurlijk ben ik
ALLEN: droooooooooooooooog
- Knap. Echt een overgang van personages die het publiek gaat aanvoelen.
DOKTER: Echt wel. Mijn stem is veel warmer dan die van Joe.
- Het komt wel goed met jou, Joe.
DOKTER: Dat ben ik niet.
- Kop dicht, jij.
JOE: Wil je misschien mijn kaketoe om je woede op te bekoelen?
- Zal ik dan woede bekoelen door een slag in de lucht te slaan of door jullie allemaal een draai rond jullie vette oren te geven?
DOKTER: Fraai.
- (slaat Joe in het gezicht)
JOE: Ik zei niks.
- Doe niet flauw. Ik mep als een meisje, dat kan je nauwelijks gevoeld hebben.
JOE: Och nee, alleen maar een handafdruk die de volgende drie dagen nog weggegrimeerd…
(lange stilte)
JOE: Wat zei ik?
- Niets. Je viel even uit je rol van koppige bastaard. Je kan hem altijd nog op je wc hangen.
JOE: Ik…
SALLY: Ik…
- Ik vind dit een bijzonder flauwe crossreferentie.
JOE: Ik ook. Kom, we gaan een pint pakken.
- Vergeet je acteurs niet.
(Roovers af)


Tweede Zang
Het boek Genesis
Geenszins is genese te genezen
Want ten derden dage
Is de redding reeds herrezen

Enter the exterminator
De schreeuwende prediktator
Was hij God, hij zond vloed over de aarde
Spijts alle beloften en hun aan Gode grote waarde
Mottige malloot, genie van de Karpaten
Hé hé, wat een lol
David valt weer uit z’n rol

De aarde nu was woest en ledig
Meer dan ooit was ze weer zedig
Gods Geest zweefde over de wateren
Maar vond zo gauw niemand om mee te tateren
En God zeide: “Er zij licht.”
Hij werd prompt van global warming beticht.

En in de rozevingerige dageraad
Zag God dat het vloed was
In de wijnrode zee.

Vierde Zang

Het einde neemt velerlei vormen aan. Soms lang, soms open, gelukkig, gesloten, bizar, byzantijns, Lynchiaans, linkshandig. Maar zelfs bij het eeuwige is het einde steeds eindig en het begin ervan vaag.
Bij het doven van de lichten stelt dan ieder de vraag
Of het de tijd is de handen te klappen
Of ze misschien het verhaal nog niet snappen.

Maar het is zeker. Dat ene ding is een zekerheid. De eeuwige, eindige terugkeer na de instorting van alles.
Voor alerte lezers is dit deel overbodig
Voor mijzelf is het ook niet echt nodig
Maar voor wie acrostichons een soort dinosaurussen zijn
Is deze toevoeging ongetwijfeld wel fijn.
Er zit namelijk geen acrostichon in.

Eén ding keert steeds terug na de collaps van alles.
Aan het einde is er altijd het geluk.